Wees niet te haastig met je woorden en doe God niet overijld met heel je hart geloften. Want God is in de hemel en jij bent op aarde, dus moet je spaarzaam met je woorden zijn. Drukte leidt tot dromerij en veel praten tot gebazel. Wanneer je God toch een gelofte doet, los die dan ook spoedig in. God is niet gesteld op dwazen. Los dus je geloften in. Je kunt beter geen gelofte doen dan een gedane gelofte niet inlossen. Sta je mond geen loze, zondige geloften toe en zeg niet naderhand tegen de priester dat ze een vergissing waren. Wil je soms dat God zich kwaad maakt over dergelijk gepraat en moet Hij wat je hebt bereikt te gronde richten?
Dromerij en lege woorden zijn er al genoeg. Dus heb ontzag voor God. Wanneer je ziet dat in het land de armen worden onderdrukt en het recht en de rechtvaardigheid geschonden, wees dan niet verbaasd. Want een hoge ambtenaar wordt door een hogere beschermd, en zij beiden weer door ambtenaren die nog hoger zijn.
Het is hierbij nog een geluk wanneer de koning zorg draagt voor de oogst. Wie van geld houdt, kan er niet genoeg van krijgen. Wie verzot op rijkdom is, is altijd op meer gewin belust. Ook dat is enkel leegte. Maar hoe groter iemands kapitaal is, des te groter ook het aantal mensen dat het komt verbrassen. Wat heeft de eigenaar hierbij te winnen? Hij kan alleen maar toekijken.